AMELANDSE VERZEN

Toch

Het meandert op het strand

van kleine stroompjes

kleine beekjes

kleine meren.

 

Een kind heeft er een dam gelegd

zodat het water dan moet keren

waardoor een nieuw riviertje zal ontstaan

en het water toch haar gang kan gaan.

 

Steltvogel

Als op stelten komen ze gelopen

naar de oever van de zee

het zijn wormen waarop ze hopen

die nemen ze het liefste mee.

 

Met geconcentreerde blik

loeren ze op hun prooi

en pikken in een ogenblik

de wormen uit het zompe slik.

 

 

Geluk

Smekend kijkt ze me aan

hopeloos gestrand

hoelang al uit de zee vandaan

hoelang berustend op het land.

 

Voorzichtig zonder echt contact

geleid ik haar naar water

tot ze in het water zakt

en me nakijkt even later

 

Messen

Tussen alle schelpen in liggen messen

langwerpig scherp geslepen

soms wel twee of soms met zessen

in een rij van lange repen.

 

Hun kleuren oker bruin en geel

met hun scherpe kant

rijzen als een mooi paneel

op uit het Amelandse strand.

Koninkrijk

Als monatoetjes zijn ze aangespoeld

op het strand van Ameland

glibberig, doorzichtig, onbedoeld

op het strand geland.

 

Ze zijn met velen tegelijk

met de golven meegekomen

er is een kwallenkoninkrijk

je kunt er nauwelijks aan ontkomen.

Verscholen

Ineen gedoken op de grond

gekromde rug  oortjes laag

een takje dat ze ergens vond

vult haar lege maag.

 

Haar oortjes gaan alert omhoog

stemmen duiden op gevaar

verscholen , het helmgras hoog

wacht ze muisstil daar

 

Zee tekeningen 

Zelf getekend, zelf geschreven

zet de zee haar signatuur

golven in het zand die bleven

maar verspoeld weer  op den duur.

 

Strandafdrukken van de zee

sierlijk dansend op het strand

ritmisch wiegend twee aan twee

het maakt me blij 

deze wiegende walsende waterkant.

 

 

Helaas

Een grijstint wenkt mijn oog

ovaal vanaf die afstand

het blijkt een zeehond die te droog

ligt en dood ging op het strand

 

ze heeft een vriendelijke blik

maar heeft het niet gered

en ondertussen daar denk ik

had iemand haar maar teruggezet.

 

PIJNLIJKE SONNETTEN

1

Stilletjesaan is het begonnen

ongemerkt onder mijn huid gegaan

heeft steeds meer terrein gewonnen

en is nooit meer weggegaan.

 

Steeds vaker liet het van zich horen

onaangekondigd als een overval

de dagen gingen vaak verloren

tot iemand mij verlossen zal.

 

Als een speldenprikje ooit begonnen

uitgegroeid tot explosief

om dan verwoestend toe te slaan

 

en grenzeloos maar door te gaan

O, het leven was mij ooit zo lief

maar liefst geef ik mij gewonnen.

 

2

Muren houden mij gevangen

je ziet ze niet, ze zijn er wel

naar vrijheid kan ik slechts verlangen

het leven is voor mij een hel.

 

Soms gaan de muren even open

en laten lucht en leven toe

dan kan ik weer even hopen

maar ben vaak het leven moe.

 

Mijn benen willen graag naar buiten

naar de regen en de zon

 naar de mensen en het werk

 

naar de winkel en de kerk.

O, als dat toch weer eens kon

dan was mijn blijdschap niet te stuiten.

3

Verdiept in mijn boek word ik overvallen

aangeslopen op kousenvoeten, steeds sterker

zal de pijn mijn levenslust vergallen

en mij langzaam in de afgrond werken.

 

Ik kronkel, stampvoet, duw en trek

de haren uit mijn hoofd

ik weet me geen raad op deze plek

ik wil iets dat de pijn verdooft.

 

Als bliksemschichten gaan ze rond

en kerven als geslepen messen

scherpe lijnen in mijn rug

 

ze gaan omlaag en dan weer terug

ik verlang naar stelpende compressen

en een waterijsje in mijn mond.

 

4

Ik ben mijn pijn in dag en nacht

lijd schipbreuk in de tijd

het is de rust die ik verwacht

als ooit mijn pijn verglijdt.

 

Ik hoop mijn pijn, mijn alter ik

ooit van mij af te slaan

zodat voor eens en niet een ogenblik

het met mijn vijand is gedaan.

 

Ik worstel, vecht en schreeuw het uit

het monster richt zich op

het geeft niet op en ik schreeuw luid

 

om het de mond te snoeren.

Pas na lange tijd geeft het op,

 en ik ben op; kan me niet verroeren.

5

Ik ben uitgeleverd door de pijn

aan een leger witte jassen

die met scans en geleerde tassen

op zoek naar de oorzaak zijn.

 

Van achter het bureau

worden vragen afgevuurd

"voelt het zus of voelt het zo?"

"hoe lang heeft de pijn geduurd?"

 

"De oorzaak zullen we nooit weten

omdat de pijn al zo lang duurt"

sprak hij in zijn stoel gezeten

 

"We kunnen starten met een kuur

die soms hoopgevend is,

misschien dat dat de sleutel is."

 

6

De pijn heeft mij overgenomen

ze heeft bezit van mij genomen

in elke vezel komen wonen

ongevraagd en ongewenst.

 

Ik weet niet wie of wat ik ben

ben mijzelf allang niet meer

ik ben niet meer die ik ken

dat doet me nog het meeste zeer.

 

't Is zo zinloos alle dagen

'k zit alleen maar op mijn stoel

ik zit vol met vele vragen

 

ik weet niet wat ik denk of voel

eenmaal hoop ik te beleven

dat de pijn zich over heeft gegeven.

 

7

Met zijn vriendelijke stem roept hij me binnen

de sfeer steriel, slechts een bureau

de intake zal nu zo beginnen

daarom trillen mijn handen zo.

 

"Wat kan ik voor u doen?" vraagt hij meteen

mijn hoofd slaat vast, ik hakkel slechts

het is begonnen lang voorheen

het was eerst links en nu meer rechts.

 

Mijn leven wordt bepaald door pijn

ik kan geen kant meer op

mijn leven in een strop.

 

Vurig hoop ik op een wonder

dat mij eens voorgoed verlost

van de pijn die nu mijn leven kost.

 

8

Soms denk ik, slechts heel even

dat ik niets meer voel

geen steken , die geen pijn meer geven

is wat ik bedoel.

 

Zo kan het ook, zo pijnloos vrij

ik ken het nauwelijks meer

ik veer op, het maakt me blij

niets doet me dan nog zeer.

 

O, als dat toch eens mag duren

alle jaren van mijn leven

zodat ik alles nog een keer mag geven

 

wat ik wil en wat ik kan

dat ik honderduit kan leven

tot de laatste van mijn uren.

 

Acht Zutphense kwatrijnen

Walburgiskerk

Aan koningsdochter Walburga gewijd

in wat ze herbergt beslist uniek

met kapellen en transepten uitgebreid

is het een imposante basiliek.

Broederenkerk

Hier stonden dominicanen te zingen

in deze kloosterkerk in Gotische stijl

met prachtige plafondschilderingen

die nu een leeszaal is onderwijl.

 

Librije

Gedachten van grote geleerden

worden aan kettingen bewaard

gedachten die de geschiedenis keerden

worden in de Librije vergaard.

 

Zutphen

Hanzestad Zutphen met haar vele muren

had in het verleden veel te verduren

zodat nu nog enkel maar gloort

een restant muur en de Berkelpoort.

 

Ida GM Gerhardt

Fier en vastberaden kijkt ze over de IJssel uit

haar woorden reiken verder dan haar stad

ze heeft haar taal zo lief gehad

dat ze er in woonde, honderduit.

 

De Berkelpoort

Fluisterend vaart 't Kofschip over de rivier

en nadert zacht de Berkelpoort

drie bogen overspannen het water hier

vanaf de watergang zie ik het aan ongestoord.

 

De Wijnhuistoren

Al van vroeger tijd kwam men hier samen

aan de voeten van de markt, de handelsplaats

om wijn te drinken na gedane zaken

en te klinken met de kooplui en de maats.

 

De Drogenapstoren

Het is niet lang de toegangspoort geweest

de Saltpoort werd gesloten. Dat kwam het meest 

door de bezetter. Naderhand gaf men de toren

de naam van Drogenap, de trompetter .

Triest

de jaren tekenen zich af in kringen

beter nu ze zijn geveld

er valt niets meer op af te dingen

hun jaren zijn geteld.

 

de ruimten moeten gaan renderen

altijd telt het meest het geld

wanneer zal het tij toch keren

en natuur volop telt

 

de vogels moeten nu verhuizen

nu ze zijn ontheemd

wormen, torren en de muizen

zijn van de grond vervreemd.

 

Het zwarte poeltje

Fier steekt uit het zwarte poeltje

een lege ranke stam

waarvan de wind de takken nam

opzij een tanende kornoelje

 

het groene kroos drijft langs de rand

een rietstro drift langszij

twee eenden zitten er dichtbij

te soezen in het zand.

 

de zon trekt zwarte strepen

het riet licht luchtig op

blaadjes gaan als schepen

verwaaid in het zwarte sop.

 

10 Parijse verzen

Parijs

Tegenover Gare du Nord

in de flauwe bocht

ligt cafe Grignor

het cafeetje dat ik zocht.

 

Ah oui monsieur, ca va?

begroet de gerant me luid

"assiez vous  la bas"

is wat hij me beduidt.

 

Een plaatsje achter het raam

aan een ronde tafel

 leren stoeltje, half vergaan

een kleedje met een rafel.

 

Voor me ie er druk verkeer

passanten, taxi's af en aan

naast me schuift een oude heer

terwijl het zeven slaat.

 

Een bier met cassoulet

"voila monsieur, bon apetit"

lekker , maar net iets te vet

toch in Parijs deert dat niet.

 

 

 

 

 

Place du tertre

De zoete klanken lonken mij

naar een kleurig plein

waar veel schilders zij aan zij

aan het werken zijn.

 

Op vele plekken op het plein

zijn mensen aan het poseren

hun liefste lach verschijnt

boven hun mooiste kleren.

 

In felle streken op het doek

komt het gezicht tot leven

soms een veegje met een doek

om het iets milds te geven.

 

Het lieve meisje op de stoel

komt streek voor streek tevoorschijn

omdat hij met veel gevoel

de kleuren zoekt die zacht zijn.

De toren

Icoon dat naar de hemel reikt

uit staal geconstrueerd

van waar je ook Parijs bekijkt

je ziet de Eiffeltoren weer.

 

Enorme Eiffel stadsicoon

je kunt er niet omheen

die toren wordt dus nooit gewoon

die evenaart geeneen.

De Seine

Flaneren langs de seine

de bootjes langs de kant

toeristen zonder gêne

tonen hun geld puissant

 

flaneren langs de seine

is proeven van dat franse

van dat tikkeltje mondaine

van l'on y danse danse.

 

Il pleut

Il pleut un peu

il pleut toujours

il pleut comme ci comme ca

maar als ik dan naar buiten ga

en toch Parijs in ga

le soleil brille un peu

le soleil brille toujours

omdat Parijs Parijs is

en Parijs nooit grijs is.

Les tuileries

Het grint knispert onder vele voeten

die langs bomen en beelden gaan

en soms heel even blijven staan

om een ander te ontmoeten.

 

de lanen liggen open voor wie wil

en kan genieten van de kleuren

wil snuiven van de zoet geuren

geniet en soms van even stil.

 

hier zijn paarden langsgegaan

en voornaam geklede heren

op weg naar hun kastelen

 

het verleden is voorbijgegaan

dat kunnen wij niet keren

maar dit park zal nooit vervelen.

 

De brug

Op weg naar het eiland St. Louis

daar in de bocht net voor de brug

zit een schilder met gebogen rug

we passeren maar ze ziet ons niet.

 

in gedachten bij de toren en het loof

zet ze zeer beslist haar streek

met waterverf zodat het leek

als kwam de toren uit papier omhoog.

 

sinds zes jaar woont ze in Parijs

haar partner ook een broeder in de kunst

verkregen brood met kleur en water

 

ze heeft geen spijt van haar gereis

de stad die ook de kunst iets gunt

geeft haar een toekomst nu en later

 

Sacre coeur

Elke stap brengt me dichter

het heilig kloppend hart bij

de heuvel waar de diepste smart

geleden werd voor mij.

 

In volle witte glorie

bestraalt de kerk de stad

verlicht haar altijd weer totdat

ze gevuld in elke porie.

 

Een zegen geeft ze door

aan stad en alle mensen

voor ruime tijden die

 

bezongen door het koor

in delicate wensen 

ik steeds voor me zie.

Onze gids

zonder haar te zien was ze daar

in haar lange beige jas

ik weet niet of ze frans of engels was

ze had kort geknipt blond haar

 

ze moet ons hebben zien tasten

in een ondergronds gebied

en zouden zonder hulp niet

de route vinden die ons paste.

 

ze vertelde van de pyramiden

de tuinen en het koninklijk paleis

haar enthousiasme was onstuitbaar

 

ze gidste ons door die gebieden

de pareltjes van dit Parijs

die we ontdekten dankzij haar.

De fietser

zijn fiets leunt zwaar tegen de muur

tassen volgepakt achter en opzij

even pauze voor de fiets en hij

een kaasje rond het middaguur

 

van Sheffield Rome tegemoet

grenzend nemend als een horde

op weg met tentje, slaapzak en twee borden

de eenzame fietser die me even groet 

 

Rome is zijn ideaal, het ultieme doel

paleizen, kerk en kathedraal

nieuwsgierig naar een ver verleden

 

waar je het romeins gevoel

in elke steen, straat en zaal

ervaart in het dagelijks heden.

 

Losse gedichten

Van ver

Gewonnen uit de diepte

terwijl de bel

van de overgang klinkt

overleeft het woord

als een kameleon

 

hoog verheven

met de neus omhoog

op hoge hakken

vertoeft het

in elitaire kringen

fabuleus routineus

 

laag bij de grond

op straat

op blote voeten

klinkt het 

op de markt 

voor een koopje

 

het kleurt verscheurt

vergeeft overleeft

weerklinkt verdrinkt

in haar eigen geluid

om gedolven

en ontdekt te worden

tussen mensen in

 

Even 

Langzaam strekt hij zich uit

van het donker naar het licht

Pedro die naast hem ligt

begroet hem met zijn natte snuit.

 

de jas waarop zijn hoofd nog sliep

schudt hij uit op zoek naar shag

eerst een hijs, een flinke trek

dan de dag, die hem weer riep.

 

Zijn vingers zijn nu nog te stram

eerst moet hij echt ontwaken

voor hij straks muziek kan maken.

 

Dan kruipt de lucht de balg in

en heeft zijn leven even zin

door de muziek die in hem kwam.

 

 

Zo is het goed

Vanuit het handschrift

met gebeitelde letters

zie ik hem weer,

gebogen, geconcentreerd.

 

Beslist gaat zijn pen

als locomotief van zijn gedachten

over het onbetreden veld

en vult het.

 

Even kijkt hij op

zijn ogen staan omhoog

als om adem te halen

in zijn gedachten.

 

Regel voor regel

gaan aan hem voorbij

tot hij

instemmend

zijn handtekening graveert.

 

De laatste punt

bewuster en duidelijker

zo is het goed.

Over onze groene aardgenoot

 

Alleen de bomen

Alleen de bomen weten

van het water van de aarde

van de stroompjes ondergronds

van de slingerende wormen

van de torren zwart en bont.

 

Alleen de bomen weten

van de gangen in de aarde

van de mollen en de mier

van wat de aarde hier bewaarde 

voor de mens en voor het dier

 

Alleen de bomen weten

van het ondergronds gezang

en het ondergrondse klagen

soms heel even, soms heel lang

en de vele ,vele vragen

 

Alleen de bomen weten

van het onophoud'lijk huilen

van de aarde en haar kroost

van de botsen en de builen

zonder dat er iemand troost

 

Alleen de bomen weten

van een stil en hoopvol lied

dat soms klinkt vanuit de hoge

en het ruisen van het riet

om de tranen eens te drogen

Alleen gelaten

De bomen zijn verlaten

ze zijn alleen gelaten

geen mens kijkt naar ze om.

 

Met uitgestrekte armen

schreeuwen ze erbarmen

van mensen om hen heen.

 

Ontworteld uit de wereld

geen huis meer voor de merel

de wereld is ontgroend.

 

De wereld is in nood

mist haar daag'lijks brood 

van mooie groene bomen.

 

In een wereld zonder bomen

kunnen mensen echt niet wonen:

mens zorg voor de bomen.

De grote eik

je omarmen kan ik niet

je bent te groot

je gaat mijn macht te boven

gelukkig geef je mij adem en beschutting

zonder jou besta ik niet

Toevalletjes

cadeautjes op de grond

van bovenaf gekomen

toeval zonder meer

zaad dat uit moet komen

De jas

Ik leg mijn hand op je schouder

al weet ik niet precies waar die zit bij jou

je voelt ruw, ribbels en gleuven

je jas vastgeklemd als tape

verweerd door weer en wind

in eenzaamheid 

overeind gebleven

jaar na jaar

getrotseerd.

Gehoord

De bomen bewaren

wat hen is toevertrouwd

wat hen is ingefluisterd

in de jaren van hun leven

door de man met de hoed

het harige hondje

het verliefde stel

de aanhoudende specht.

Nooit worden zij moe

te luisteren en te bewaren.

Thuis

Vogels wonen in de bomen

mensen wonen in hun huis

maar zowel de mens als vogel

voelen zich bij bomen thuis.

Geknot

Wilgen zijn geknot

hun wonden zijn te zien

het knotten is hun lot

om dan weer groei te zien.

Herinnering

het litteken vertelt

van de jaren

van de groei

van de mensen die elkaar ontmoetten

van de vogels en hun nest

van de knoppen die de dag begroetten

van de kinderen op blote voeten

wat overblijft

het litteken

van jaren

op zijn best.

 

Portret in groen

in rijzige gestalten

toornen zij boven ons uit

veelzijdig

reikhalzend omhoog

als grepen zij een hoger doel tegemoet

oorsprong werd anker

koos richting

dijde uit

eigenkrachtig eigenzinnig

uitgegroeid tot persoon

eigen getekend

uniek

verbijsterend.

Verval

Ontheemd

vervreemd van zichzelf

is de zee

ongenode gasten 

verstoren de tafel

met hun gedaanten

 

vissen verslikken

en verstikken zichzelf

daardoor

 

de zee wordt afgeknepen

de lucht eruit

onleefbaar 

voor mens en dier

 

de zee in ademnood

de vissen bijna dood

de mens levensgroot

te klein

 

 

Stop!

Het wrakhout, de flessen, de olie en de troep

drijven als een vuilnisbelt in zee

de hele wereld zit ermee

wil af van die plastic soep

 

Ook in de Biesbosch drijft het hout

waar ooit trots hoge biezen stonden

worden nu stoere wilgen gevonden

maar 't is hier echt niet minder fout.

 

Dus stop nu met vervuilen 

wij zijn het die het doen

dan kunnen we die vuile soep verruilen

 

voor een zee met schoon blazoen

voor mensen wereldwijd

zijn we dan misschien nog net op tijd!

Woorden

Woorden

wankelen

waaiend

in de wind

totdat

 

de dichter ze vindt.

Contact

Ik noem je naam

en zwaai achter het raam

je toe.

 

Je mond beweegt

en zegt mijn naam

zie ik.

 

Je ogen glimmen

 ze staan blij

een traan.

 

Je bent dichtbij

maar toch gescheiden 

ver weg.

 

Onze ogen zeggen

wat onze monden

niet kunnen.

 

Complementair

Voorzichtig

schuchter

ont-luikt de tijd

valt er licht door het venster

wordt donker licht

wordt nacht dag

wordt stilte: leven

krant op de mat

dichtvallende deuren

aanslaande motoren:

de dag tegemoet.

 

Anders

Waarom ben ik zo anders

zo anders dan de rest 

en word ik

onophoudelijk gepest?

 

De blikken

krassen in mijn ogen

en slaan in mijn gezicht.

 

De woorden 

kerven in mijn ziel

en slaan mijn hart potdicht.

 

De trappen

beuken op mijn lijf 

en slaan mijn botten plat.

 

De listen 

treiteren mijn hoofd

en geselen mijn hart.

 

Waarom ben ik zo anders

zo anders dan de rest

wanneer

 wanneer 

word ik niet meer gepest?

Sentiment

Ik was zo graag nog kind gebleven

levend wezen zonder zorg

onbekommerd spelend leven

uitend wat mijn binnenste verborg.

 

Spelend in mijn eigen wereld,

ben ik dokter, dan weer paard

dan weer bootsman, dan weer merel

zoals dat in mijn wereld gaat.

 

Vaders schoen is soms een auto

maar nu een bootje in de teil

snel zet ik het op de foto

en hijs ik het zeil.

 

Hoge golven kan ik maken

hoger - het bootje maakt slagzij

maar ik heb niet in de gaten

dat het omslaat "dankzij" mij.

Herinnering

Eenzaam staat de stoel

tussen de boterbloemen

een vogel vliegt aan

en strijkt neer

op de kale armleuning.

 

Gisteren zat hier nog

een oude heer met hoed

die met gerust gemoed

de geuren snoof

die de natuur ontstegen.

 

Plotseling kwam er regen

zodat de oude heer met hoed

goed gemutst en goed te voet

de benen nam en huiswaarts ging

dragend de herinnering

aan de stoel tussen de boterbloemen

en een regen van geuren

waar bijen zoemen.

Golven

Rollende golven van ver

bedekken de wereld

overgieten haar

overspoelen haar

met groot geweld.

 

Alles wordt anders

op afstand

onaanraakbaar

leeft de wereld voort.

 

Voorzichtig bedaren de golven

mensen komen tevoorschijn

angst op hun gezicht.

 

Met ingehouden adem

gaan ze stapje voor stapje

terug naar het leven van vroeger.

 

Opnieuw komen de golven

heviger, hoger, dieper,

raken ze iedereen in het hart

om een mens, om een medemens

gestikt door de sterke arm

door het verschil

de ongelijkheid.

 

Opnieuw komen de golven

heviger, hoger, overal vandaan

uit de mensen

uit de kelen

uit de handen

klinkt de roep

om gelijkheid

voor iedereen

altijd!

Maak jouw eigen website met JouwWeb